Mark van Steendelaar

Na het afronden van de master Privaatrechtelijke rechtspraktijk aan de UvA bood een stage bij FORT de uitgelezen mogelijkheid om ervaring op te doen binnen verschillende rechtsgebieden. Op deze wijze werd het voor mij makkelijker om een keuze te maken in welk rechtsgebied ik me verder wil gaan ontwikkelen.

Nog voordat ik iedereen bij naam kende, mocht ik in mijn eerste week mee op wintersport naar Oostenrijk. Een beter begin van een stage was dan ook niet denkbaar. Eenmaal terug op kantoor werd ik betrokken in vele uiteenlopende zaken. Vanwege de door mij gekozen master en scriptie heb ik voornamelijk gewerkt aan ondernemingsrechtelijke vragen. Desondanks kreeg ik ook de mogelijkheid om mijn kennis te vergroten op het gebied van franchise-, arbeids-en vastgoedrecht. Rechtsgebieden waar ik, zonder deze kantoorbrede stage, minder snel mee in aanraking was gekomen. Daarnaast werd ik bij elke opdracht uitgedaagd om mee te denken met het gehele proces. Overleg over mijn bevindingen zorgde voor een breder inzicht in de aanpak van een zaak. Hard werken is bij FORT een vanzelfsprekendheid, waarbij de dagelijkse wandeling door het Vondelpark in de middagpauze nieuwe energie bracht.

Helaas zorgde het coronavirus, in mijn derde week, ervoor dat ik vanuit huis moest werken. Er veranderde gelukkig niet veel. Nog steeds werd ik betrokken bij zaken en werd er via de mail en telefoon overlegd over de door mij aangeleverde memo’s. Hierbij werd ik voorzien van feedback, waardoor ik merkte dat ik in de loop van mijn stage steeds effectiever begon te werken.

Uit mijn verslag blijkt dan ook dat de stage allesbehalve doorsnee was. Wintersport en thuiswerken vatten de periode in slechts enkele woorden samen. Desondanks heb ik de mogelijkheid gekregen om mijzelf maximaal uit te dagen en een beter beeld te krijgen van de advocatuur en mijn eigen interessegebieden. Het kantoor biedt daarnaast een hele goede balans tussen hard werken en ontspanning, waardoor ik alleen maar kan aanraden om hier zo snel mogelijk te solliciteren.

Mark van Steendelaar