Fraude is van alle tijden. Was Rembrandt een faillissementsfraudeur?
Faillissementsfraude nu
Ieder jaar wordt er door faillissementsfraudeurs een bedrag van ongeveer EUR 1 miljard aan de maatschappij onttrokken. Dit voortdurend fenomeen benadeelt allereerst de gedupeerden, maar tast ook het vertrouwen in het handelsverkeer en in de daadkracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan. De civielrechtelijke mogelijkheden van een curator schieten tekort, zodat strafrechtelijke correcties noodzakelijk zijn. Ministers Jorritsma, Donner en Opstelten hebben van alles beloofd, maar de trieste realiteit is, dat de kans op vervolging door het Openbaar Ministerie bijzonder klein is en de uiteindelijke pakkans in feite nihil.
-
Faillissementsfraude toen
Op 17 mei 1656 heeft Rembrandt van Rijn in aanwezigheid van de Weesmeesters Hendrick Spiegel en Jan van Waveren zijn huis aan de Sint Antoniebreestraat op naam laten zetten van zijn 15jarige zoon Titus. Nog geen twee maanden daarna deed hij aangifte van betalingsmoeilijkheden bij de Desolate Boedelkamer; een soort vrijwillig faillissement. Twee daartoe aangestelde commissarissen hebben alle bezittingen van Rembrandt geïnventariseerd, waarna beslag en tegeldemaking volgde. Daar zat het huis dus niet meer bij.
Over de motieven van Rembrandt is veel te doen geweest. Vast staat, dat hij op grote voet leefde, niet aan zijn alimentatieverplichtingen voldeed en meer kunst kocht dan hij zich kon veroorloven.
-
Strafrecht
In ons huidig wetboek van strafrecht bepaalt art. 341 a sub 1:
“Als schuldig aan bedrieglijke bankbreuk wordt gestraft … hij die in staat van faillissement is verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers … enig goed aan de boedel onttrokken heeft…”
Nu ons strafrecht een verbod bevat om een goed aan de boedel te onttrekken, en Rembrandt twee maanden voor hij zijn eigen faillissement aanvroeg zijn huis op naam van zijn zoon liet zetten, valt hij onder de strafbepaling.
-
Rembrandt
De schilder van de Nachtwacht en trekpleister van ons mooie Rijksmuseum was een faillissementsfraudeur.
Meer informatie:
- De brieven van minister Van Opstelten van 21-11-2012 en 22-1-2013, kamerstuk II, 2011/12, 299111, nr 67
- Stadsarchief Amsterdam: Titus krijgt het huis
Frits Kemp