Doorstarttips: (1) De onderneming is failliet. Leve de onderneming!
Laat ik beginnen met wat kou uit de lucht te halen: er is niets mis met een doorstart. Een doorstart mag, het is legaal en ook niet moreel verwerpelijk. Sterker nog: met een doorstart wordt vaak zowel voor de boedel als voor de doorstartende partij een maximaal resultaat behaald!
Toch heeft een doorstart een wat negatief imago. Er wordt vaak geklaagd over de ondernemer wiens bedrijf failliet gaat en daarna onder dezelfde naam, in hetzelfde pand, dezelfde onderneming weer voortzet. Kan dat allemaal zomaar?
Niet ‘zomaar’, maar het kan en mag wel. Het negatieve imago van een doorstart is wat mij betreft dan ook onterecht.
Een doorstart is gunstig voor de curator (en dus voor de schuldeisers in het faillissement). Dat komt omdat de curator bij een doorstart de activa, zoals de inventaris en voorraden tegen een hogere waarde kan verkopen. Wanneer een curator de activa in het kader van een doorstart kan verkopen, en dus samen met de activiteiten, wordt vaak voor een hogere prijs dan de liquidatiewaarde verkocht. Er is namelijk geen sprake van een liquidatieveiling maar van een (min of meer) lopend bedrijf.
Ook is een doorstart vaak gunstig voor behoud van (een deel van de) werkgelegenheid. Zonder een doorstart kan de curator niet anders dan alle werknemers ontslaan. Wanneer het bedrijf doorstart, wordt de arbeidsplaats van sommige of soms zelfs alle werknemers behouden. Een belangrijk voordeel dus.
Daarnaast zijn er vaak nog verschillende lopende opdrachten/orders die nog niet volledig zijn afgemaakt. Wanneer er geen doorstart komt, is het voor de curator vaak lastig deze opdrachten nog af te maken. Dat betekent dat leveranciers en klanten met schade achter blijven. Wanneer er wordt doorgestart bieden deze lopende opdrachten juist de kans om meteen aan het werk te gaan.
Conclusie: er is leven na een faillissement.