Doorstart na faillissement: let op de ketenregeling!
Ketenregeling bij faillissement
Bij een doorstart na faillissement kan de doorstarter er baat bij hebben om bepaalde werknemers van de failliet te behouden voor zijn bedrijfsvoering. Vaak wordt die werknemers door de doorstarter een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangeboden.
Doorstarters kunnen vervolgens geconfronteerd worden met de zogenaamde ketenregeling van artikel 7:668a BW. Het gevolg van die regeling kan zijn dat een met een voormalig werknemer van de failliet gesloten arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, achteraf blijkt een contract voor onbepaalde tijd te zijn, dat dus niet op enig moment vanzelf tot een einde komt!
Dat is het geval als de doorstarter een “opvolgend werkgever” van de failliet moet worden beschouwd en (1) de werknemer al drie arbeidsovereenkomsten heeft gehad bij de failliet of (2) de werknemer al langer dan drie jaar in dienst was bij de failliet.
De vraag is wanneer een doorstarter moet worden beschouwd als de “opvolgend werkgever” van de failliet.
Opvolgend werkgeverschap?
Er is volgens ons hoogste rechtscollege sprake van een opvolgend werkgeverschap indien voldaan is aan twee voorwaarden. Enerzijds moeten de arbeidsovereenkomsten van de werknemer met respectievelijk de doorstarter en de failliet wezenlijk dezelfde vaardigheden en verantwoordelijkheden van de werknemer eisen. Anderzijds moeten tussen de doorstarter en de failliet zodanige banden bestaan dat het door de failliet ‘op grond van zijn ervaringen met de werknemer verkregen inzicht in diens hoedanigheden en geschiktheid’ in redelijkheid ook moet worden toegerekend aan de doorstarter.
Aan die laatste voorwaarde zal bijvoorbeeld al snel zijn voldaan indien de failliet en de doorstarter tot hetzelfde concern behoren of in ieder geval achter de doorstarter dezelfde personen (als aandeelhouders en directie) zitten als bij de failliet het geval was.
Onvoldoende is de enkele omstandigheid dat de doorstarter de voormalig directeur van de failliet als bedrijfsleider in dienst heeft genomen, zo overwoog de kantonrechter te Amsterdam onlangs. Daarbij was volgens de kantonrechter onder meer van belang dat niet gebleken was dat die voormalige directeur aanwezig was geweest bij het sollicitatiegesprek tussen de werknemer en de doorstarter. Ook was niet gebleken dat die directeur op andere wijze (voorafgaand aan de indiensttreding van de werknemer) inhoudelijk met de doorstarter had gesproken over de werknemer.
Twijfelt u als doorstarter of u een werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kunt aanbieden of wilt u advies hoe u e.e.a. vorm kunt geven in de praktijk? Neem dan contact op met ons.