Eindelijk duidelijkheid over de stamrechtvrijstelling?
Eindelijk duidelijkheid over de stamrechtvrijstelling?
Al enige tijd wordt gesproken en gediscussieerd over de aangekondigde afschaffing van de zogenaamde stamrechtvrijstelling. Daarvan zal sprake zijn per 1 januari 2014. Maar door het ontbreken van overgangsbepalingen is steeds onduidelijk geweest in welke gevallen nog gebruik kan worden gemaakt van de vrijstelling.
Blijkens berichtgeving van het ANP heeft staatssecretaris Frans Weekers van Financiën afgelopen maandag in de Tweede Kamer een nadere uitleg gegeven. Op internet circuleren inmiddels berichten dat het kabinet daarmede eindelijk ‘duidelijkheid heeft geschapen’: werknemers die nog gebruik willen maken van een stamrecht, moeten daarvoor hun ontslag namelijk uiterlijk 31 december aangezegd krijgen, waarbij de ontslagdatum uiterlijk op 30 juni 2014 moet liggen.
Duidelijkheid?
Helemaal niet!
Wanneer is een werknemer immers ontslag aangezegd? Dat is geen wettelijke term. Wordt daaronder verstaan dat de werkgever aan de werknemer laat weten een beëindiging van de arbeidsrelatie na te streven? En hoe concreet moet dat voornemen dan bekend zijn of worden gemaakt? Dient dat schriftelijk te gebeuren? (Anders lijken de overgangsafspraken wel heel fraudegevoelig!) Of moet onder aanzeggen worden verstaan dat de werkgever een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter indient dan wel een ontslagaanvraag bij het UWV? Of bedoelt de staatssecretaris dat het gaat om de datum waarop de werkgever op basis van een inmiddels verkregen ontslagvergunning opzegt? Zo ja, waarom heeft hij dan ten overstaan van de Tweede Kamer niet de term opzeggen gebruikt?
Ik begrijp best dat een staatssecretaris niet per se specialist op ieder gebied hoeft te zijn om zijn werk goed te kunnen doen. Maar een betoog dat bewindslieden in de Tweede Kamer houden wordt toch geschreven door specialisten van het ministerie?