Geen ongeoorloofde staatssteun gemeente Tilburg
Geen ongeoorloofde staatssteun gemeente Tilburg
In het nieuws is veel aandacht besteed aan gemeenten die ongeoorloofde staatssteun aan professionele voetbalclubs verlenen. Dit speelt niet alleen in de voetbalwereld maar ook in vastgoedland. Zo moest de rechtbank Zeeland-West-Brabant onlangs beoordelen of het voornemen van de gemeente Tilburg om een koopovereenkomst met een projectontwikkelaar te sluiten, moest worden aangemerkt als ongeoorloofde staatssteun.
Wat was er aan de hand?
In het centrum van de gemeente Tilburg houden zowel de gemeente als verschillende projectontwikkelaars zich bezig met de ontwikkeling van winkelruimten.
Eind vorig jaar wilde een projectontwikkelaar een winkelruimte in een voormalig stadskantoor realiseren. Om die reden wilde hij een koop/aannemingsovereenkomst met de Primark sluiten. Deze overeenkomst zou worden aangegaan onder de voorwaarde dat de projectontwikkelaar een omgevingsvergunning zou krijgen.
De gemeente wilde op haar beurt in de omgeving van dat voormalig stadskantoor een extra ‘’winkelrondje’’ creëren. De projectontwikkelaar en de gemeente hadden met elkaar afgesproken dat de gemeente het voormalig stadskantoor van de projectontwikkelaar zou kopen als onverhoopt geen omgevingsvergunning zou worden verleend.
Verschillende projectontwikkelaars in de omgeving – van wie een aantal zelf op de komst van de Primark aasden – vonden die afspraak oneerlijk omdat de gemeente volgens hen daarmee het ontwikkelingsrisico van de projectontwikkelaar zou overnemen. Naar hun mening zou de winkelontwikkeling in het voormalig stadskantoor daardoor voordelen boven hun eigen winkelontwikkeling genieten.
De projectontwikkelaars vorderden bij de rechter: i) een verbod op het sluiten van de voorgenomen koopovereenkomst tussen de gemeente en de projectontwikkelaar en ii) melding van de ongeoorloofde staatssteun bij de Europese Commissie.
Ongeoorloofde staatssteun?
Op grond van Europese regelgeving is sprake van ongeoorloofde staatssteun wanneer cumulatief wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1) de steun wordt verleend door de staat, waartoe ook decentrale overheden gerekend worden, of met staatsmiddelen bekostigd;
2) de steun komt ten goede aan bepaalde ondernemingen of producties en vormt een niet-marktconform voordeel voor de onderneming die begunstigd wordt;
3) de steun vervalst de mededinging of dreigt deze te vervalsen;
4) de steun beïnvloedt het handelsverkeer tussen de lidstaten onderling.
De rechter oordeelde dat aan de eerste voorwaarde was voldaan. De vorderingen stuitten echter af op de tweede voorwaarde. De rechter overwoog daartoe onder meer dat moest worden beoordeeld of de gemeente aan de projectontwikkelaar een voordeel heeft verstrekt dat niet langs commerciële weg zou zijn verkregen.
Het gaat daarbij volgens de rechter om de vraag of de gemeente bij het aangaan van de koopovereenkomst heeft gehandeld als een private investeerder. Die vraag werd bevestigend beantwoord. Daarbij nam de rechter onder meer in aanmerking dat de koopprijs marktconform was en dat het ontwikkelingsrisico van de projectontwikkelaar niet werd afgedekt door de koopprijs. Tot slot achtte de rechter van belang dat de gemeente een beleidsmatig belang had bij de ontwikkeling van de binnenstad en een commercieel belang bij een succesvolle ontwikkeling van het voormalig stadskantoor als winkelruimte.
Conclusie: geen ongeoorloofde staatssteun
De uitspraak benadrukt het belang om bij het aangaan van soortgelijke transacties met een gemeente (of een ander overheidsorgaan) zorgvuldig te handelen. Een overheidsorgaan mag u geen voordeel verstrekken dat niet langs commerciële weg kan worden verkregen. Gebeurt dat wel, dan loopt u het risico dat later in een procedure wordt vastgesteld dat sprake is van ongeoorloofde staatssteun. In dat geval moeten de gevolgen van de steunmaatregelen ongedaan worden gemaakt. Dit kan betekenen dat de koopprijs volledig dient te worden terugbetaald.
Meer over staatssteun is terug te vinden op de website van de Rijksoverheid.