Overgangsrecht afschaffing stamrechtvrijstelling
In mijn blog van 7 november 2013 schreef ik dat de nadere uitleg die staatssecretaris Frans Weekers van Financiën op 4 november in de Tweede Kamer had gegeven over het overgangsrecht bij de (per 31 december 2013 geplande) afschaffing van de stamrechtvrijstelling de zaken er niet echt duidelijker op hadden gemaakt. In het bijzonder omdat de staatssecretaris had gezegd dat om gebruik te kunnen maken van een stamrecht, de werknemer uiterlijk 31 december 2013 ontslag aangezegd moest krijgen, terwijl niet duidelijk is wat onder aangezegd of aanzeggen moet worden verstaan.
Inmiddels is bekend dat verschillende Kamerleden de staatssecretaris hebben gevraagd wat moet worden verstaan onder het aanzeggen van een ontslag. Bij brief van 8 november 2013 (Kamerstuk 33 752) heeft de staatssecretaris de Kamer onder meer daarover nader geïnformeerd.
Voor zover hier van belang heeft de staatssecretaris in die brief gesteld:
“Ten eerste is het essentieel dat de aard en omvang van de vrijgestelde stamrechtaanspraak op 31 december 2013 voldoende bepaald of bepaalbaar is. Dit betekent dat vóór 1 januari 2014 een stamrechtovereenkomst getekend dient te zijn”
“En ten derde dient op 31 december 2013 de ontslagdatum vast te staan. Dit betekent niet dat de ontslagdatum in 2013 gelegen dient te zijn. Het ontslag moet wel aangezegd zijn vóór 1 januari 2014 en binnen een korte termijn uitgevoerd worden. Van een korte termijn is in ieder geval sprake als het gaat om de wettelijke opzegtermijn (met een maximum van zes maanden).”.
Jammer dat de staatssecretaris in het kader van de ontslagdatum wederom het woord ‘aangezegd’ gebruikt, waar hij nu ook nog eens het woord ‘uitgevoerd’ aan toevoegt. (Kan iemand mij zeggen wat moet worden verstaan onder het uitvoeren van een ontslag?)
Al wordt het overgangsrecht met de nadere uitleg van de heer Weekers wel duidelijker, daar waar hij stelt dat die ontslagdatum op 31 december 2013 dient vast te staan.
Dat moet in mijn optiek betekenen dat uiterlijk op die datum, óf door partijen (bijvoorbeeld door middel van een vaststellingsovereenkomst) overeenstemming moet zijn bereikt over de datum waarop de arbeidsovereenkomst zal eindigen, óf de werkgever de arbeidsovereenkomst (dat zal bij een ‘gewone’ werknemer op basis van een afgegeven ontslagvergunning zijn) rechtsgeldig moet hebben opgezegd, óf de kantonrechter een ontbindingsbeschikking moet hebben gewezen . En in al die gevallen moet de datum waarop de arbeidsovereenkomst uiteindelijk tot een einde komt dus gelegen zijn vóór 1 juli 2014. De stamrechtovereenkomst dient dus bovendien vóór 1 januari 2014 getekend te zijn.
Eindelijk dus toch een beetje duidelijkheid.
Kon dat niet ineens?