Dirk van den Berg in Pompshop: Sorry, geen tijd voor de column
Ik dacht dat ik alles had geregeld voor mijn vertrek: collega’s geïnstrueerd om in diverse zaken stukken af te maken en in te sturen, twee processtukken zelf afgemaakt, nog snel naar een lezingenmiddag van de Vereniging van Huurrechtadvocaten. Maar eenmaal in de zaal, terwijl ik op mijn telefoon nog een paar mailtjes zat te typen, kwam-ie binnen, de mail van de hoofdredacteur. Of het nog gelukt was met de column. Die was ik dus in het hectische weekend helemaal vergeten. En direct uit de jaarvergadering zou ik in de auto naar Frankrijk stappen.
Het weekend was hectisch: doorspekt met appjes, mailtjes en telefoontjes van – laten we zeggen – Henk. Henk heeft een eigen tankstation aan de rand van de stad, dat hij de afgelopen jaren heeft laten beleveren door een prijsvechter. Het moet gezegd: in die paar jaar is het aantal liters meer dan verdubbeld. Tijdens de jaren daarvoor, toen het station werd gehuurd door een van de grote merken, was de omzet behoorlijk gekelderd. Toen er ook nog infrastucturele belemmeringen kwamen, hield de maatschappij het voor gezien. Henk besloot met zijn kinderen na vijftien jaar de exploitatie weer zelf ter hand te nemen.
De prijsvechter schoot te hulp. Hij deed een aantrekkelijk voorstel voor brandstofleveranties. Een contract was niet nodig. Hij hielp met het opzetten van de administratie en financierde de kosten van de omkleuring voor. Die zouden worden verrekend met de van hem afgenomen liters. De dochter van Henk mocht ook zijn licentie voor het boekhoudprogramma gebruiken. Het voelde als familie. De prijsvechter deed nog verschillende voorstellen voor verdergaande samenwerking. Die werden vriendelijk in ontvangst genomen. Ze zouden het er later over hebben.
Henk en zijn kinderen werden steeds beter in het ondernemen. Zowel de liters als de shopverkopen stegen gestaag. En op een dag was daar een heel interessant aanbod van een grote oliemaatschappij, zo goed dat Henk het niet kon weigeren. Henk onderhandelde het goed uit, en deelde toen aan de prijsvechter mee dat hij nog twee maanden zou afnemen, maar daarna naar de concurrent zou gaan.
Dat schoot bij de prijsvechter in het verkeerde keelgat. Was alles tot dan toe vrijheid-blijheid, nu schermde de prijsvechter met een “duurovereenkomst” waarvoor een opzegtermijn van een jaar gold en waaronder nog 8 miljoen liter brandstof zou moeten worden afgenomen. De prijsvechter claimde ook eigenaar te zijn geworden van 50% van de exploitatiemaatschappij en begon een kort geding. De vordering: dat Henk en zijn kinderen de exploitatie onderbrengen in een door de prijsvechter opgerichte vennootschap, waarvan zij dan 50% van de aandelen krijgen. Toevallig kwamen vervolgens twee tankwagens met brandstof te laat, zo veel te laat dat er producten waren uitverkocht. En ook bleken er onderdelen van het boekhoudprogramma niet meer toegankelijk. Volgens de prijsvechter is er niets veranderd. Maar hij wil ook niet meewerken aan de migratie naar een ander programma.
Het kort geding dient later deze maand. Natuurlijk heb ik Henk en zijn kinderen zo veel mogelijk gerust gesteld. Een bedrijf verandert niet van eigenaar als je dat niet duidelijk afspreekt, in ieder geval niet binnen drie jaar. En een leveringsovereenkomst kan je op een termijn van een paar maanden wel degelijk beëindigen. Maar Henk en zijn kinderen hebben er buikpijn van. Zij moeten het nog maar zien.
Dan de moraal van dit verhaal. Voor Henk en zijn kinderen: maak duidelijke afspraken en zet die op papier, ook over hoe je weer van elkaar af kunt. En voor mij: beter agendabeheer.
Jammer dat ik geen tijd had voor de column. Dit was er best een goed verhaal voor geweest. Volgende keer dan maar.
Deze column is geschreven voor Pompshop. Het onafhankelijke vakblad voor tankstations en carwash. Dirk van den Berg is ruim 15 jaar gespecialiseerd in tankstationszaken en gaat in Pompshop maandelijks in op een juridisch onderwerp. Vragen of opmerkingen? Neem hier contact op.