Verboden onderverhuur. Particuliere verhuurder vordert met succes afdracht van de winst!
Verboden onderverhuur komt nog steeds op grote schaal voor, zeker in de grote steden. Voor verhuurders is het een doorn in het oog. Het is niet alleen tijdrovend en kostbaar om verboden onderverhuur tegen te gaan, maar de verhuurder wordt ook de mogelijkheid ontnomen om de woning zelf tegen een hogere huur te verhuren. De verhuurder lijdt dus in meerdere opzichten schade. De huurder die onbevoegd onderverhuurt maakt ondertussen iedere maand winst. Immers, de onderhuurder betaalt meestal fors meer dan de huurder.
Schadevergoeding in de vorm van winstafdracht
Op grond van de wet is het mogelijk om schadevergoeding te krijgen in de vorm van winstafdracht. Dat wil zeggen dat de verhuurder kan vorderen dat de huurder de nettowinst, die hij heeft gemaakt met de verboden onderverhuur, aan hem moet afdragen. Voorwaarden zijn wel dat vast moet staan dat de verhuurder schade heeft geleden vanwege de verboden onderverhuur en dat de huurder winst heeft gemaakt. Ook moet de exacte hoogte van de schade niet goed vast te stellen zijn. Dat heeft ermee te maken dat schadevergoeding in de vorm van winstafdracht een vorm van abstracte schadeberekening is. Als de schade concreet kan worden vastgesteld, is er geen plaats voor een abstracte schadeberekening.
Corporaties vorderen met succes winstafdracht
Wij hebben al eerder gezien dat corporaties met succes afdracht van de winst vorderen die is gemaakt met verboden onderverhuur. In 2008 heeft het Hof Amsterdam deze vordering van een corporatie voor het eerst toegewezen. De schade van de corporatie bestond met name uit de kosten die gepaard gingen met het in stand houden van een speciale afdeling die verboden onderverhuur bestrijdt. Omdat niet precies kon worden vastgesteld welke schade de corporatie leed door dit specifieke geval van verboden onderverhuur, werd de schade (abstract) vastgesteld op de hoogte van de genoten winst. In 2010 bevestigde de Hoge Raad het oordeel van het Hof. Nadien hebben andere corporaties vergelijkbare successen behaald.
Particuliere verhuurder nu ook succesvol!
Recentelijk, op 28 januari 2014, heeft het Hof Amsterdam geoordeeld dat ook een particuliere verhuurder afdracht van de winst kan vorderen die is gemaakt met verboden onderverhuur. Verhuurder had een beheerder ingeschakeld die zich onder meer bezighield met de bestrijding van verboden onderverhuur. Net als een corporatie maakte de verhuurder kosten (beheervergoeding) om verboden onderverhuur tegen te gaan en dus leed hij schade. Daarnaast leed verhuurder schade omdat hij – nu huurder de huurwoning aanhield voor onderverhuur in plaats van de huurovereenkomst op te zeggen – niet eerder een aanmerkelijke huurverhoging had kunnen realiseren. Omdat de exacte hoogte van de schade niet kon worden vastgesteld, werd deze vastgesteld op de behaalde winst.
Goed nieuws dus voor particuliere verhuurders!