Verscherping precontractuele informatieplicht franchisegever
De Hoge Raad heeft met het arrest van 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:311 (Street-One) de aansprakelijkheid uitgebreid van de franchisegever die, voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst, een onjuiste prognose omtrent de te verwachten omzet voorhoudt aan haar wederpartij.
Uit het arrest van de Hoge Raad van 25 januari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD7329 (Paalman/Lampenier) volgde al dat een franchisegever onder omstandigheden aansprakelijk kan zijn voor fouten in een prognoserapport. In deze procedure liet de franchisegever een extern onderzoeksbureau een rapport opmaken omtrent de prognose van de te verwachten omzet en winst. Nadat de franchiseovereenkomst gesloten was bleek dat de omzet sterk achterbleef. De franchisenemer vorderde ontbinding van de franchiseovereenkomst en vorderde schadevergoeding van de franchisegever.
De Hoge Raad overwoog in Paalman/Lampenier dat de franchisegever die een prognoserapport aan zijn wederpartij verschaft, onder omstandigheden onrechtmatig handelt, indien hij weet dat dit rapport ernstige fouten bevat en hij zijn wederpartij niet op deze fouten opmerkzaam maakt. De Hoge Raad oordeelde dat indien de franchisegever die het onderzoek en het opstellen van het daarop gebaseerde prognoserapport aan een derde heeft uitbesteed, in beginsel op de juistheid daarvan vertrouwen.
In het recente arrest Street-One werd de aansprakelijkheid van de franchisegever op dit gebied uitgebreid. Ook hier werd door de franchisegever een prognoserapport afgegeven, de franchiseovereenkomst werd gesloten maar de omzet bleef sterk achter.
De Hoge Raad oordeelde in dit Street-One dat de franchisegever ook aansprakelijk kan zijn indien de franchisegever zelf, of een persoon waarvoor hij aansprakelijk is (ondergeschikte of vertegenwoordiger), onzorgvuldig onderzoek uitvoert met fouten in het prognoserapport als gevolg. In dat geval is het niet vereist dat de franchisegever daadwerkelijk wetenschap had van de fouten in het rapport. Enkel het feit dat er onzorgvuldig onderzoek is uitgevoerd en er fouten in het prognoserapport staan is in beginsel voldoende voor aansprakelijkheid.
Van aansprakelijkheid van de franchisegever kan momenteel dus sprake zijn indien de franchisenemer kan aantonen dat: 1) dat het prognoserapport fouten bevat; en 2) de franchisenemer kan aantonen dat onzorgvuldigheid van de franchisegever tot deze fouten heeft geleid.
Met dit arrest is de franchisegever voor een eigen (interne) prognoserapport dus eerder aansprakelijk dan voor een prognoserapport van een derde partij.